Banden en wielen

Wanneer u voornamelijk binnenshuis gebruik maakt van uw scootmobiel, kunt u het beste een wendbare en compacte scooter nemen. Kleine wielen zijn een pré voor korte draaien. Compact betekent dat u weinig ruimte inneemt. Wendbaarheid maakt dat u gemakkelijker in een kleine ruimte kan draaien. Als u gebruik van een lift maakt, moet de scooter ook hierin passen; hoe kleiner het formaat van de scooter hoe makkelijker in- en uitrijden wordt in de supermarkt of andere winkels.

Knopje voor acceleratie

Het kan handig zijn als u een knopje heeft waardoor u uw acceleratie (optrekvermogen) in een draai omlaag kan zetten zodat u in kleine ruimtes mensen niet omver rijdt. Scootmobielen hebben vaak meerdere inbegrepen opties, het is fijn wanneer u weet wat ze zijn. Voor bospaden, zand- of grindondergronden heeft u andere eisen. Wanneer u over bos- en zandpaden en over los grind rijdt, heeft u meer vermogen (trekkracht) nodig om door de zachte ondergrond te komen. U heeft meer grip nodig; brede banden met grof profiel. Als u ook van plan bent grote obstakels, zoals stoepranden, te nemen dan kunt u beter kiezen voor een 4-wiel model voor verhoogde stabiliteit, een behoorlijk veringsysteem om de schokken te verwerken en een verhoogde rijhoogte (bodemvrijheid) zodat de scootmobiel niet op het obstakel blijft steken.

Stabiliteit

In landen zoals Engeland waar de markt anders is ontwikkeld zijn er veel 4-wiel scooters in omloop. In Nederland werden veel mobiliteitscooters door WVG verschaft. Gemeentes leveren een ‘kern product’ en krijgen prijsvoordelen door één model te voeren. Een 3-wiel model is een uitstekende keuze omdat iedereen hierop past. Op een 3-wiel model kunnen voeten onbelemmerd aan beide kanten naast het voorwiel geplaatst worden. Sinds de komst van de WMO heeft de eindgebruiker de mogelijkheid gekregen om een PGB (Persoon Gebonden Budget) aan te vragen. Hiermee is hij of zij zelf verantwoordelijk voor het uitzoeken en inkopen van een scootmobiel.